Zodra het einde in zicht komt betekent dit vaak een periode van reflectie, samenzijn met geliefden, terugkijken op mooie momenten en wellicht ook het voorbereiden op het onbekende. Want mocht je in het Hiernamaals geloven, er is nog nooit iemand teruggekomen om ons te vertellen of er überhaupt een andere kant is. Wat nu als je niet dood wilt? Je lichaam laat je weten dat er gebreken zijn maar het idee om ergens terecht te komen wat je gewoon niet kent kan angstaanjagend zijn. Hoe ga jij en je omgeving hiermee om?
Parkinsonisme
Er staat een mooie leren stoel in de kamer, licht van kleur met automatische mechanismen voor omhoog en omlaag waarop mijn vader ligt, in horizontale stand. Hij doet een dutje zoals hij deze veelvuldig doet op een dag. Ik ben op bezoek en heb een zelfgemaakt bananenbrood mee en een rijke bodylotion omdat mijn vader last heeft van een droge huid. Hij heeft al een aantal jaar prostaatkanker en er komen nu steeds meer klachten bij zoals Parkinsonisme, dat zijn Parkison gerelateerde klachten zoals verwardheid, weinig kracht in de spieren, een slechter evenwicht. Zelfstandig lopen is lastig geworden en als hij al een rondje om de tafel doet, is dat met een rollator.
Horizontaal
Ik zeg goedemiddag en krijg een neutrale begroeting terug maar voel aan de energie dat hij niet heel blij in die stoel ligt. Mijn moeder daarentegen is even hartelijk en enthousiast als altijd en ik verbaas me nog altijd over haar prachtige huid en kleurrijke kledingkeuze. Ze ziet er verdomd goed voor een vrouw van achtenzestig. Ook mijn zus is op bezoek, zijn woont nu zo’n tien jaar in Barcelona en heeft besloten om zes weken in Boxtel te zijn vanwege de gezondheid van mijn vader en vanwege zaken omtrent zijn verzorging in orde te maken. Mijn moeder schenkt een lekker kopje thee in voor ons allemaal en ook mijn vader krijgt een kopje in zijn handen. Hij ligt nog half horizontaal als hij een slok neemt en enorm begint te kuchen. We kijken verschrikt naar hem om en roepen dan; ‘Wat is er aan de hand?’ ‘Wat doe je?’ ‘Ga eerst eens omhoog zitten als je een slokje neemt’, zegt mijn moeder dan. Hij komt omhoog en zegt dan met een bijtende ondertoon; ‘er zit geen suiker in die thee!!’
Commandant
Dit is een voorbeeld van velen. De kattenbrokjes zijn op. Er zit geen water in de bak voor de kat, er moet vla gehaald worden en zo gaat de lijst nog wel even door. Een rijdende boodschappenmelder die als een commandant het huis inspecteert en de orders uitdeelt zodat mijn moeder deze taken kan uitvoeren. Een soort van lakei van haar eigen huishouden. En dit doet ze 24/7. De ziekte is nog niet zover gevorderd dat er thuishulp ingeschakeld hoeft te worden en omdat mijn moeder al dertig jaar in de verpleging heeft gewerkt weet ze ook precies hoe ze klaar moet staan voor anderen. En daar zit meteen de crux. Want tot hoever kan het gaan? Hoe lang kan iemand het volhouden om in dienst te staan van haar eigen partner die alle sjeu van het leven al van zijn bordje heeft geveegd.
Ik ben opgegeven
Want de dood is in zicht. De oncoloog heeft aangegeven dat de hormoonbehandelingen niet meer effectief zijn en hij kan stoppen met het nemen van de medicijnen. Hij slikt nog bloedverdunners en sinds mijn moeder de verdeling ervan onder haar hoede heeft genomen, lijkt het beter te gaan met hem. ‘Ik ben opgegeven’ zegt hij dan. Theoretisch is dat zo maar de wil om te leven komt vanuit jezelf. En deze kan voor een enorme wilskracht zorgen om de laatste fase met een bewuste blik door te komen. Maar als dit niet in het pakket van eigenschappen aanwezig is? Wat als de blik voornamelijk naar binnen gericht is?
Angst voor de dood
De angst om te leven gaat nu hand in hand met de angst voor de dood. Dat in tegenstelling tot velen van ons het leven nu te snel gaat, voor hem lijken de dagelijkse bezigheden meer op een klaagzang dan op een kwalitatieve manier bezig zijn met het invullen van de kostbare laatste momenten. Ziek zijn en het niet willen zijn maar het ook niet kunnen omdraaien naar iets constructiefs is bijna zelf de strop erom doen maar de knoop niet durven aantrekken. Wat doet ziekte nog meer dan het lichaam aantasten? De psyche van de mens is vaak ondergeschikt aan het behandelen van de ziekte zelf. Jaloers zijn op degene om je heen die nog wel kunnen lopen en lachen? Mijn vader is vijf keer gevallen, net op de momenten dat mijn moeder een boodschap aan het doen was of op bezoek was bij een dame die ze nog af en toe verzorgt. Is dit toeval? Of een bewuste actie? Als ik niet meer in vrijheid kan leven, dan jij ook niet?
Rollator
We lachen aan tafel, mijn zus heeft een wijntje meegenomen en mijn moeder schenkt de glazen nog eens bij. We hebben het over mijn nieuwe baan en mijn zus vertelt over haar date met een oude bekende waarbij ze zijn bijzondere baardharen gedetailleerd omschrijft. Ineens zien we beweging ontstaan in de stoel. Deze gaat naar de verticale stand en de rollator wordt stevig vastgegrepen. Mijn zus vraagt; ‘staat ie op de rem?’ aangezien hij zo al een aantal keer gevallen is. Een korte ‘Ja’ is het antwoord. Hij zet kracht en drukt zichzelf omhoog. Hij draait de rollator en komt richting de tafel gereden.
Rotzooi
Hij kijkt met een scherpe blik en zegt dan; ‘wat een rotzooi op die tafel’. Er liggen wat papieren, beide tasjes van mij en mijn zus, de bodylotion etc. ‘Dat maakt toch niet uit, we zitten hier toch gezellig’ zegt mijn moeder dan. ‘Je kunt ook zeggen, wat fijn dat Willeke er weer is.’ ‘Ja zegt hij bits, dat is ook fijn maar het is wel een rotzooi op die tafel.’ Hij loopt een rondje met de rollator en gaat weer richting de stoel. ‘Je kunt er ook bij komen zitten’ zeg ik dan. Hij draait de rollator en komt terug naar de tafel. Hij laat zich langzaam naast me in de stoel zakken maar hij zegt niet veel. Niet lang daarna gaan mijn zus en ik op de bank zitten in de kamer omdat mijn moeder gaat koken. Mijn vader schuift zijn stoel dicht tegen de tafel aan en pakt zijn medicijnen erbij. Het was dus tijd voor zijn rondje pillen. En het was een rotzooi…